Lukt het u niet om belasting te betalen, dan kunt u als ondernemer uitstel van betaling krijgen. Het Tweede Kamerlid Omtzigt (CDA) heeft hierover vragen gesteld naar aanleiding van het bericht dat Nederlandse ondernemingen voor € 1 miljard in het krijt staan bij de Belastingdienst. Recent heeft staatssecretaris Wiebes van Financiën de mogelijkheden van uitstel van betaling daarom op een rijtje gezet.
In zijn antwoorden gaat de staatssecretaris in op de verschillende soorten uitstel: kortlopend uitstel, regulier uitstel en bijzonder uitstel. Het kortlopend uitstel is het gevolg van een tijdelijke versoepeling in 2009. Ondernemers met tijdelijke liquiditeitsproblemen door de economische crisis konden kortlopend uitstel aanvragen. Deze uitstelregeling is sinds 1 januari 2013 definitief in de wet opgenomen. U hoeft echter onder de huidige regeling niet meer aan te tonen dat de betalingsproblemen het gevolg zijn van de economische crisis. Onder voorwaarden krijgt u maximaal vier maanden uitstel van betaling voor schulden van minder dan € 20.000. U kunt schriftelijk en telefonisch verzoeken om kortlopend uitstel.
Komt u niet in aanmerking voor kortlopend uitstel of wilt u langer uitstel, dan kunt u regulier uitstel aanvragen. Dit uitstel is voor maximaal een jaar. U moet dan wel alle fiscale verplichtingen bijhouden en voldoende zekerheid stellen voor de openstaande belastingschuld(en). Ten slotte kunt u nog bijzonder uitstel aanvragen als het reguliere uitstel niet voldoende is. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als u langer dan één jaar uitstel wilt hebben of wilt afwijken van de gestelde zekerheden. Een deskundige (een derde) moet in dat geval een verklaring afgeven waaruit blijkt dat het voldoende aannemelijk is dat de betalingsproblemen van tijdelijke aard zijn, de onderneming bedrijfseconomisch gezond is en het aflossingsplan realistisch is. Kortom, de Belastingdienst moet er vertrouwen in hebben dat de onderneming in de toekomst wel aan haar fiscale verplichtingen kan voldoen. Is dat het geval, dan krijgt u uitstel.
(Bronvermelding: FiscaalRendement, 4 april 2014)