Na ruim tien jaar procederen is het dan toch gelukt om een uitkering af te dwingen voor vrouwelijke zzp'ers die tussen 2004 en 2008 een kind kregen. 17 duizend vrouwelijke ondernemers waren zwanger in de periode dat Nederland geen regeling had.
De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft donderdag besloten dat het UWV drie vrouwen die een zaak waren gestart met terugwerkende kracht een uitkering moet geven. Volgens de hoogste rechter op het gebied van sociale zekerheid hebben zij op grond van het VN-Vrouwenverdrag recht op een bevallingsverlof met een inkomen.
Ik wist dat ik door de wetswijziging geen uitkering meer kreeg. Maar een kind is geen financiële afweging
Titia Spreij 'Het voelt als een verdiende overwinning', zegt Titia Spreij (47), die samen met vakbond FNV en het Proefprocessenfonds Clara Wichmann naar de CRvB stapte. Spreij werd in september 2004 zwanger van haar eerste kind. Een maand eerder was de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (WAZ) afgeschaft. 'Ik maakte toen als zelfstandige schilderijen in opdracht en wist dat ik door de wetswijziging geen zwangerschapsuitkering meer kreeg. Maar een kind is geen financiële afweging.'
Spreij en de andere vrouwen waren aangewezen op particuliere verzekeraars. 'De verzekeringsmaatschappijen zeiden: een brandend huis is niet te verzekeren. Een vrouw van in de dertig is net een brandend huis. Daarom moesten we de verzekering twee jaar voordat je zwanger werd afsluiten', vertelt Spreij. 'Dat was voor mij veel te duur. Het bestaan van een zelfstandige kunstenaar is toch wankel.'
Dus nam Spreij geen verzekering en werkte met een dikke buik en vlak na de bevalling door aan haar projecten. Ze was niet de enige. Toenmalig minister Piet Hein Donner (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) schetste de situatie in 2009 in een Kamerbrief: 'Bij vrouwelijke zelfstandigen die geen financiële voorziening hadden getroffen voor zwangerschap en bevalling, bestond het risico dat zij te lang zouden doorwerken tot de bevalling en na de bevalling weer te vroeg zouden beginnen met werken. Hierdoor zouden zij hun eigen gezondheid of de gezondheid van hun kind in gevaar kunnen brengen.'
Om de vrouwen en hun toekomstige kinderen te beschermen kwam Donner op 4 juni 2008 met de Wet zwangerschaps- en bevallingsuitkering zelfstandigen (Wet ZEZ). Sindsdien kunnen zwangere zelfstandigen bij het UWV aankloppen voor een uitkering. Spreij: 'Mijn tweede dochter werd geboren op 6 juni 2008. Zij was het eerste kind dat gebruik mocht maken van de nieuwe regeling. Om dat te vieren kreeg ik van FNV nog een kinderwagen.'
Discriminatie Het is intussen een principieel punt geworden, de financiële compensatie is de bonus
Titia Spreij De wet geldt echter niet met terugwerkende kracht. Spreij en naar schatting 17 duizend andere vrouwelijke ondernemers die tussen 1 augustus 2004 en 4 juni 2008 een kind kregen, liepen de uitkering tot de dag van vandaag alsnog mis. 'Raar', zegt Spreij. 'De overheid was zich in 2008 blijkbaar bewust dat er een gat lag. Door het instellen van een nieuwe regeling lieten ze zien dat afschaffen niet oké was. Dat ze geen goede zorg voor de burger droegen.'
Met hulp van het Proefprocessenfonds Clara Wichmann stapte Spreij samen met zeven andere zwangere zelfstandigen naar de rechter. Het juridische gevecht kwam in 2011 tot een hoogtepunt bij de Hoge Raad. Deze bepaalde dat het VN-verdrag waar de vrouwen zich op beroepen ongeschikt is om rechtstreeks toe te passen.
Het comité dat gaat over de naleving van het VN-Vrouwenverdrag (CEDAW) bepaalde drie jaar later dat Nederland de zzp'ers heeft gediscrimineerd. Alle zwangere vrouwen die tussen het wal en het schip zijn gevallen moeten alsnog een verlofuitkering krijgen, vindt CEDAW. Minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) legt de uitspraak naast zich neer. Asscher vindt het zinloos om de vrouwen zes tot tien jaar later alsnog te betalen.
UWV: uitspraak geldt voor alle vrouwen 'Het is intussen een principieel punt geworden, de financiële compensatie is de bonus', zegt Spreij. Dus stapte ze samen met drie andere zzp'ers met nieuwe moed naar het UWV. Door een menselijke fout kreeg een van hen alsnog 4.000 euro op haar bankrekening bijgeschreven. Spreij en de andere twee werden afgewezen en stapten opnieuw naar de rechter. Hun tegenstander was ditmaal niet de staat, maar het UWV. De rechtbank in Utrecht gaf een van de vrouwen gelijk. De andere twee vrouwen kregen van de rechter in Amsterdam ongelijk. Donderdag kwam de verlossende uitspraak van het hoger beroep in beide zaken.
Van tevoren liet het UWV weten dat de uitspraak voor alle vrouwen geldt. Bij FNV hebben zich inmiddels ruim 800 vrouwen gemeld. De hoogte van de uitkering laat de rechter bij het UWV. De uitkeringsinstantie moet daar binnen zestien weken duidelijkheid over verschaffen. Daarna kunnen de vrouwen zich melden. Spreij: 'Hier worden heel veel mensen gelukkig van.'