Special Maatregelen Coronavirus
Update 2 april 2020
Hoofdlijnen noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW) bekend
Inhoud en doelgroep
De NOW ondersteunt werkgevers die geconfronteerd worden met een omzetdaling van ten minste 20% over een aangesloten periode van 3 maanden. Uitgangspunt is daarbij dat omzetdaling het gevolg is van buitengewone omstandigheden, die buiten het normale ondernemersrisico vallen en bijvoorbeeld samenhangen met overheidsingrijpen en openbare orde maatregelen. Een werkgever hoeft niet aan te tonen in welke mate de buitengewone omstandigheden bijdragen aan de omzetdaling van ten minste 20%.
De ondersteuning betreft een subsidie voor de loonkosten van de werknemers die in dienst zijn bij een werkgever en die verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. Werkenden met een zogenoemde ‘fictieve dienstbetrekking’ vallen daarmee wel onder de regeling, maar niet-verzekerde en vrijwillig verzekerde DGA’s weer niet.
De regeling geldt ook voor werkgevers die werknemers in dienst hebben met een flexibel contract voor zover deze werknemers in dienst blijven en loon ontvangen van de werkgever gedurende de periode waarover de subsidie wordt verstrekt. Ook is de NOW van toepassing op de loonkosten voor werknemers waarvoor de werkgever geen loondoorbetalingsplicht heeft, zoals een werknemer met een nulurencontract. Ook payroll- en uitzendwerkgevers komen in aanmerking. Voor hen gelden dezelfde voorwaarden.
Belangrijke voorwaarden
Aan de NOW zijn, twee belangrijke voorwaarden verbonden:
Er geldt een inspanningsverplichting om de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden. Dit wil zeggen dat werkgever zich inspant om de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden en werknemers dus door te betalen. Een daling van de loonsom leidt tot een lagere subsidie.
Geen ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen. De werkgever doet in de periode van 18 maart tot en met 31 mei 2020 bij UWV geen verzoek om toestemming te verkrijgen voor opzegging van een arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen. Als toch ontslag wordt aangevraagd en deze aanvraag niet (of niet tijdig) is ingetrokken, wordt bij de vaststelling van de subsidie een correctie doorgevoerd. Bij de vaststelling van de subsidie wordt vastgesteld wat het loon is van de werknemers voor wie ontslag is aangevraagd. Dit loon wordt vervolgens verhoogd met 50%. Dit loon plus de vermeerdering van 50% worden in mindering gebracht op de totale loonsom, waarop de uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt gebaseerd.
Berekening tegemoetkoming
De subsidie bedraagt maximaal 90% van de loonsom over de 3-maandsperiode maart 2020 tot en met mei 2020. Voor de loonsom wordt van het sociale verzekeringsloon uitgegaan. Ook aanvullende lasten en kosten zoals werkgeverspremies en werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiebijslag worden gecompenseerd door een vaste opslag van 30% op het sociale verzekeringsloon. Als loon wordt maximaal tweemaal het maximumdagloon per maand (derhalve max. € 9.538) per individuele werknemer in aanmerking genomen.
De subsidie wordt gerelateerd aan het percentage van de omzetdaling. Het percentage van 90% van de totale loonsom is een maximumpercentage dat zal worden uitbetaald bij een omzetdaling van 100%. Is de omzetdaling lager, dan zal de subsidie evenredig lager worden vastgesteld. Op deze manier blijft het voor werkgevers altijd gunstiger om, waar dat mogelijk is, omzet te blijven genereren. De omzetdaling van minimaal 20% moet zich voordoen over een 3-maandsperiode startend op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020. De omzet in deze meetperiode wordt vergeleken met de omzet over heel 2019, gedeeld door vier. Als een werkgever op 1 januari 2019 nog niet bestond, geldt een afwijkende omzetbepaling. Een vrij beperkte en kortdurende daling van de omzet komt dus niet in aanmerking voor een subsidie op grond van de NOW. Er wordt ook geen rekening gehouden met het feit dat de gebruikte tijdvakken voor 2019 niet representatief zijn, bijvoorbeeld door groei van de onderneming of door seizoenspatronen.
Omzetdaling op concernniveau
Voor werkgevers die bestaan uit één rechtspersoon of natuurlijk persoon gaat het om de (verwachte) omzetdaling op het niveau van de natuurlijke persoon of rechtspersoon. Bij meerdere rechtspersonen gaat het om de omzetdaling op concernniveau. Als een concern als geheel minder dan 20% omzetverlies heeft, krijgen afzonderlijke stilliggende onderdelen van dat concern geen tegemoetkoming.
Als een werkgever meerdere loonheffingsnummers heeft en voor zijn gehele loonsom in aanmerking wil komen voor subsidie, zal hij per loonheffingsnummer een aanvraag moeten indienen. Wel geeft hij de omzetdaling op die hij voor de gehele onderneming verwacht; bij elke aanvraag vult hij dezelfde omzetdaling en meetperiode in.
Aanvraag, voorschot en toekenning van de subsidie
Op vrijdag 3 april 2020 wordt definitief vastgesteld of het UWV de NOW vanaf 6 april 2020 kan uitvoeren. Bij de aanvraagprocedure moeten werkgevers, naast het opgeven van gegevens als bedrijfsnaam en loonheffingsnummer, de volgende stappen doorlopen:
• De werkgever vraagt subsidie aan voor de loonsom in maart, april en mei vanwege een omzetdaling van meer dan 20%.
• Als de werkgever verwacht dat het effect van de huidige situatie pas met vertraging in de omzetcijfers zichtbaar wordt, kan de werkgever aangeven dat hij de meetperiode voor de omzetvergelijking één of twee maanden later wil laten aanvangen. De loonsom blijft ook in deze gevallen de loonsom van maart, april en mei 2020.
• De werkgever geeft de verwachte omzet in de drie maanden van de door hem gekozen meetperiode op en vergelijkt deze met de totale omzet in 2019, gedeeld door vier.
• Op basis daarvan berekent de werkgever het omzetverlies in procenten en vermeldt hij dat op het aanvraagformulier.
• Voor bijzondere situaties (het bedrijf bestond niet gedurende geheel 2019; het bedrijf maakt onderdeel uit van een groter geheel), bevat de nadere toelichting op het formulier aanwijzingen voor de juiste berekening van het omzetverlies.
Voorschot
Nadat positief op de aanvraag is beslist, zal UWV een voorschot verlenen van 80% van de subsidie zoals deze wordt berekend op basis van de bij de aanvraag geleverde gegevens over de verwachte omzetdaling. Het voorschot is gebaseerd op de loonsom over het aangiftetijdvak januari 2020. Als de loonsom over de maanden maart-april-mei lager is, wordt de hoogte van de subsidie verminderd met 90% van het bedrag waarmee de loonsom is gedaald. Hierdoor worden werkgevers van werknemers met een flexibel contract gestimuleerd om het loon door te betalen (voor dezelfde urenomvang). Wordt ervoor gekozen om de lonen van werknemers met flexibele arbeidsomvang door te betalen, dan tellen deze lonen mee bij de vaststelling van de NOW en wordt hierover subsidie ontvangen. De betaling van het voorschot vindt plaats in drie termijnen. Er wordt naar gestreefd de betaling van de eerste termijn van het voorschot te laten plaatsvinden binnen 2-4 weken.
Beslissing
Voor het UWV geldt een beslistermijn van 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag. Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de NOW is toegekend, moet de werkgever vaststelling van de subsidie aanvragen. In beginsel is hierbij een accountantsverklaring vereist. Er wordt naar gestreefd om binnen vier weken na publicatie van de regeling duidelijkheid te geven onder welke grens een accountantsverklaring niet is vereist. De regeling kan op dat punt nog worden aangepast. Binnen 22 weken na ontvangst van deze aanvraag zal het UWV de definitieve subsidie vaststellen. Bij de afrekening kan sprake zijn van een nabetaling of, als bijvoorbeeld het omzetverlies lager is uitgevallen, terugvordering.
PAS OP! Boete bij ontslag
Indien ondernemers beroep doen op de NOW, mogen geen ontslagen vallen. Is het ontslag toch noodzakelijk, bijvoorbeeld om faillissement te voorkomen, dan kan de ondernemer een boete verwachten. Dit zal anders zijn bij ontslag op dringende redenen (ontslag op staande voet) of andere vormen van ontslag die op geen enkele wijze samenhangen met bedrijfseconomische omstandigheden.
Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) opengesteld
De ‘Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers’ (Tozo) is opengesteld. De Staatssecretaris van SZW heeft daarbij in haar brief de voorwaarden bekendgemaakt. Die voorwaarden zijn:
• de ondernemer moet bij de aanvraag verklaren dat hij/zij verwacht dat zijn/haar inkomen door de Coronacrisis in de komende drie maanden daalt onder het sociaal minimum;
• wanneer dit achteraf anders is, moet de ondernemer dit doorgeven aan de gemeente;
• de ondernemer moet voldoen aan het urencriterium (1.225 uren per jaar) voor de zelfstandigenaftrek. Bestaat de onderneming korter, dan een jaar dan geldt het urencriterium voor het aantal maanden dat is gewerkt;
• de ondernemer moet ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel, voordat de Tozo is aangekondigd, dus voor 17 maart 2020 18.45 uur.
De Tozo is gebaseerd is op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz), maar de procedure is veel sneller, namelijk 4 weken in plaats van de gebruikelijke 13 weken bij de Bbz. Achteraf wordt gecontroleerd of de ondernemer terecht gebruik heeft gemaakt van de regeling. De gemeenten zijn verplicht om bij fraude de toegekende bijstand terug te vorderen en een boete op te leggen.
DGA en Tozo
Uit de brief van de staatssecretaris blijkt dat ook een DGA in principe een beroep kan doen op de Tozo, als deze voldoet aan de wettelijke eisen: het urencriterium, volledige zeggenschap en het dragen van de financiële risico’s. De DGA dient naar waarheid te verklaren en aannemelijk te maken dat zijn of haar bv vanwege de Coronacrisis geen salaris kan uitbetalen. Voor een aandeelhouder die verzekerd is voor de werknemersverzekering komt de werkgever in aanmerking voor de NOW. Onduidelijk is nog hoe de Belastingdienst de gebruikelijkloonregeling zal toepassen.
Noodloket open
Ook de andere steunmaatregel voor ondernemers – de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS, of kortweg het Noodloket) - is opengesteld. Er is een lijst gepubliceerd, waarop de kwalificerende ondernemers staan die aan de hand van hun SBI-codes zijn geselecteerd. Deze lijst wordt nog uitgebreid met ondernemers in de non-foodsector, zoals winkeliers. Zij hoeven hun deuren weliswaar niet te sluiten, maar hebben wel te maken met veel omzetverlies. Dat wordt met name veroorzaakt door de oproep aan mensen om zoveel als mogelijk thuis te blijven en door de instructies van de overheid in het sociale verkeer.
Vallen de hoofdbedrijfsactiviteiten van UW cliënten in één van deze sectoren, dan komen zij in beginsel in aanmerking voor deze compensatie in de vorm van een eenmalige gift van € 4.000 voor de eerste nood in de periode 16 maart tot en met 15 juni 2020. U kunt de aanvraag voor uw cliënten doen als zij jou daarvoor machtigen. Hiervoor is een machtigingsformulier ontwikkeld. Deze hoeft u niet bij de aanvraag mee te sturen. U of uw cliënt vraagt de compensatie aan bij rvo.nl uiterlijk tot en met 26 juni 2020, 17.00 uur. De tegemoetkoming wordt tot 1 januari 2021 verstrekt. Voor de aanvraag is een e-Herkenning (niveau 1 of hoger) nodig of DigiD.
Voorwaarden De aanvraag moet in ieder geval de volgende informatie bevatten:
• gegevens over de onderneming, waaronder het KvK-nummer, het post- en bezoekadres en het rekeningnummer dat op staat van de onderneming;
• naam, telefoonnummer en e-mailadres van de contactpersoon bij de onderneming;
• een verklaring dat de onderneming geen overheidsbedrijf is;
• een bevestiging dat de tegemoetkoming niet zal leiden tot overschrijding van het de-minimisplafond (verklaring de-minimissteun);
• een verklaring dat de onderneming op het moment van de aanvraag aan de gestelde eisen voldoet;
• een verklaring dat de onderneming in de periode 16 maart tot en met 15 juni 2020 verwacht ten minste € 4.000 omzetverlies te lijden;
• een verklaring dat de onderneming in die periode ten minste € 4.000 vaste lasten te hebben, ook na gebruik van andere beschikbare steunmaatregelen ter bestrijding van het Coronacrisis.
De ondernemer krijgt in beginsel binnen twee á drie weken de beslissing over de aanvraag toegezonden. Een toegekende tegemoetkoming kan nog 5 jaar na de verstrekking worden herzien, mocht deze door onjuiste gegevensverstrekking niet in overeenstemming met de beleidsregels zijn verstrekt.
Wij hopen u met bovenstaande weer iets meer duidelijkheid te hebben gegeven over de getroffen maatregelen.
Voor aanvullende vragen kunt u uiteraard contact met ons opnemen! Wij staan voor u klaar en helpen u graag verder.