Wilt u gebruik maken van een hogere fosfaatnorm op basis van uw grondmonsters? Dan moet u de fosfaattoestand van uw gewaspercelen opgeven bij de Gecombineerde opgave. Heeft u meerdere grondmonsters op één perceel? Dan geldt het gewogen gemiddelde van de fosfaattoestand.
Hogere fosfaatnorm per topografisch perceel
U mag rekenen met een hogere fosfaatnorm als u met grondmonsters kunt aantonen dat het betreffende perceel een lagere fosfaattoestand heeft. Deze fosfaattoestand moet u uiterlijk 15 mei doorgeven met de Gecombineerde opgave.
Keuze per topografisch perceel
U kunt per topografisch perceel (groene perceelsgrenzen in ‘Mijn.percelen’) kiezen of u wel of geen gebruik maakt van deze hogere normen.
Meerdere grondmonsters: gewogen gemiddelde
Heeft u meerdere grondmonsters binnen één topografisch perceel? Dan moet u altijd het gewogen gemiddelde van de fosfaattoestand bepalen. Dit doet u op basis van de PAL- en P-PAE-waarden en de bemonsterde oppervlakte per grondmonster.
Toepassen op gewaspercelen
Bestaat een topografisch perceel uit meerdere gewaspercelen (oranje perceelsgrenzen in ‘Mijn.percelen’). Dan vult u de gewogen gemiddelde PAL- en P-PAE-waarden in bij ieder gewasperceel binnen dit topografische perceel.