Belastingrente: voorkomen is beter dan genezen
Niemand betaalt graag belasting, maar voor u als ondernemer is de hoogte van uw belasting een teken dat uw onderneming het goed doet. Daar is niets mis mee. En natuurlijk betaalt u het liefst zo min mogelijk belasting.
Maar waar u als ondernemer wel grip op hebt is de zogenaamde ‘belastingrente’. Dit staat nu volop in de belangstelling en met name vanwege de hoogte ervan: de belastingrente over de te betalen inkomsten- en/of vennootschapsbelasting is respectievelijk 6,5% en zelfs 9%. U kunt de kosten van de belastingrente voorkomen door op tijd een voorlopige aanslag op te laten leggen die aansluit bij de winst die u verwacht te maken. Hoe werkt dat precies?
Wat is belastingrente eigenlijk?
Belastingrente is de rente die u extra moet betalen aan de Belastingdienst - boven op uw belastingaanslag - als de Belastingdienst uw voorlopige aanslag 2024 niet op tijd kan vaststellen. De Belastingdienst wil voor 1 juli 2025 uw aanslag over 2024 vast kunnen stellen. Wanneer dat later dan 1 juli 2025 gebeurt en de aanslag is hoger dan het bedrag dat eerder moment door u betaald is op een voorlopige aanslag, zal er belastingrente berekend worden. De periode waarover de belastingrente berekend wordt, begint op 1 juli na afloop van het aanslagjaar en geldt zowel voor de inkomstenbelasting als voor de vennootschapsbelasting. Deze periode eindigt op de dag vóór de uiterste betaaldatum van de aanslag (zes weken na de dagtekening van de aanslag). De Belastingdienst neemt dus automatisch 6 weken betalingstermijn mee in de renteberekening.
Hoe voorkomt u extra kosten?
Om rentekosten te voorkomen is het van belang om een juiste voorlopige aanslag op te laten leggen. Hiervoor heeft u een goede schatting van uw winst voor 2024 nodig. Wanneer uw financiële administratie goed wordt bijgehouden, kunt u eenvoudig een redelijke inschatting van de winst maken. Indien dit niet het geval is, is het raadzaam om op kort termijn alle (financiële) gegevens van 2024 bij elkaar te zoeken.
In veel gevallen krijgt een ondernemer automatisch een voorlopige aanslag opgelegd aan het begin van een fiscaal jaar. Dat is waarschijnlijk ook voor 2024 gebeurd. Blijkt deze voorlopige aanslag 2024 te laag op basis van de verwachte winst over 2024? Laat de voorlopige aanslag dan snel aanpassen door middel van het indienen van een nieuwe voorlopige aangifte 2024. Om de belastingrente te voorkomen, dient u vóór 1 mei 2025 een (nieuwe) voorlopige aangifte 2024 in te dienen, indien uw belastingaangifte nog niet heeft gedaan.
Let hierbij goed op dat de nieuwe voorlopige aanslag en de in te dienen definitieve aangifte elkaar niet kruisen. Dient u op korte termijn de definitieve aangifte 2024 in? Dan is het beter om daarop te wachten. Indien een voorlopige en een definitieve aangifte elkaar kruisen, kan dat onduidelijkheid veroorzaken. Laat u zich daarom goed adviseren.
Vennootschapsbelasting
Wanneer u onderneemt in een bv-structuur (vennootschapsbelasting), let dan met name op de winst die u in 2024 heeft behaald met beleggingsresultaten. Daar houdt de Belastingdienst vooraf geen rekening mee bij het opleggen van een voorlopige aanslag. Ook in het geval dat uw onderneming een zogenaamd ‘verlengd eerste boekjaar’ heeft (eindigend op 31 december 2024), kan de winst hoger uitvallen dan bij een regulier boekjaar. Daarnaast is het belangrijk om eventuele verkoop van vastgoed met winst mee te nemen in de berekening.
Inkomstenbelasting box 3
Voor de inkomstenbelasting moet u vooral opletten wanneer uw vermogen in box 3 is gestegen, bijvoorbeeld door vermindering van schulden in Box 3 of gestegen huizenprijzen bij verhuurd onroerend goed. Dit moet goed beoordeeld zijn met inachtneming van de stijgende forfaitaire percentages van Box 3. Bovendien is het goed opletten bij goede beursjaren, omdat dan de beleggingsportefeuille meer waard is geworden en daardoor zwaarder belast wordt.
Dividend
Als laatste moet u goed opletten wanneer u dividend heeft ontvangen uit uw eigen holding. Een deel van de dividendbelasting wordt door de bv ingehouden en afgedragen (15%), maar het restant van de dividendbelasting dient via de aangifte inkomstenbelasting te worden afgedragen. Het lage tarief dividendbelasting over 2024 is 24,5% (bij een dividenduitkering van € 67.000 per persoon of € 134.000 bij fiscale partners) en het hoge tarief is 33%. Afhankelijk van de hoogte van de dividenduitkering is het percentage dat via de aangifte inkomstenbelasting moet worden afgedragen daarom minimaal 9,5% (24,5% minus de reeds ingehouden 15%) en maximaal 18% (33% minus de reeds ingehouden 15%) voor 2024.
Tot slot
Wees proactief met uw belastingaangiftes om onnodige kosten te voorkomen. Verandert er iets in uw situatie? Of verwacht u een hogere winst te maken? Onderneem dan actie. Bovendien wijzigt regelgeving en percentages continu, dus blijf op de hoogte en overleg met uw adviseur. Heeft u vragen? Neem dan gerust contact op met uw HTB-adviseur.